• De loonadministrateur en adviseur voor de Bouw!

Subsidie Praktijkleren

Voor bedrijven die een praktijkleerplaats of werkleerplaats aanbieden is onderstaande informatie van belang. U kunt voor de begeleiding van deze leerlingen een tegemoetkoming krijgen in de kosten. Het subsidiebedrag per deelnemer bedraagt afhankelijk van het aantal subsidieaanvragen maximaal € 2.700 per schooljaar.

I.v.m. het coronavirus heeft het kabinet besloten dat werkgevers een voorschot voor de Subsidie praktijkleren kunnen aanvragen.

Voorschot Subsidieregeling Praktijkleren voor mbo-praktijkleerplaatsen (bron: RVO)

Het kabinet heeft maatregelen afgekondigd in verband met het coronavirus. Werkgevers kunnen als gevolg hiervan te maken hebben met gedwongen sluiting van 16 maart 2020 tot en met 19 mei 2020. De hoogte van de subsidie praktijkleren is afhankelijk van het aantal weken dat een leerbedrijf een BBL-student begeleidt. Voor werkgevers die te maken hebben met gedwongen sluiting tot en met 19 mei brengt RVO de weken waarin zij de BBL-studenten niet konden begeleiden, niet in mindering op de subsidie. Ditzelfde geldt voor bedrijven die weliswaar niet gedwongen gesloten waren, maar die toch moesten sluiten, omdat voortzetting van het bedrijf, met inachtneming van de richtlijnen van het RIVM, niet verantwoord was.

Begin juni opent het loket voor de Subsidieregeling praktijkleren voor het aanvragen van een voorschot voor praktijkleerplaatsen in het mbo. Doel van de voorschotregeling is werkgevers tijdens de coronacrisis tegemoet te komen voor al gemaakte begeleidingskosten en te bevorderen dat praktijkleerplaatsen in het mbo kunnen blijven bestaan. Het voorschot kan alleen worden aangevraagd voor praktijkleerplaatsen in het mbo en niet voor de categorieën vo/pro/vso, hbo en promovendi/toio’s.

Voorschot aanvragen

De voorwaarden voor het aanvragen van een voorschot zijn:

  • U kunt alleen een voorschot aanvragen voor een gerealiseerde praktijkleerplaats in het mbo voor zover het de beroepsbegeleidende leerweg betreft;
  • U kunt een voorschot aanvraag indienen van 2 juni 2020, 9:00 uur tot en met 30 juni 2020, 17:00 uur;
  • De voorschotaanvraag wordt elektronisch ingediend via een aanvraagformulier op mijn.rvo.nl/praktijkleren;
  • U kunt een voorschot op de definitieve subsidie aanvragen voor studiejaar 2019/2020 als u begeleiding bij de beroepspraktijkvorming heeft gegeven in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 31 maart 2020;
  • De door u ingediende voorschotaanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de gegevens die de onderwijsinstelling bij DUO heeft geregistreerd. Staat de deelnemer niet voor een mbo bbl opleiding ingeschreven bij DUO, dan wordt uw voorschotaanvraag afgewezen;

Per week waarin begeleiding bij de beroepspraktijkvorming is gegeven kan een voorschotbedrag van € 42,50 worden aangevraagd tot een maximum voorschotbedrag van € 1.530,00 per gerealiseerde bbl-praktijkleerplaats;

Voor het voorschot zijn daarnaast dezelfde voorwaarden van toepassing.

Definitieve aanvraag indienen:

Wanneer u een voorschot aanvraagt, bent u ook verplicht om uiterlijk 16 september 2020 om 17:00 een definitieve aanvraag voor de subsidie praktijkleren in te dienen. Het voorschot verrekenen we met de definitieve subsidie. Wanneer u geen definitieve aanvraag indient, zal het voorschotbedrag worden teruggevorderd.

Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door de RVO en moet door de werkgever zelf aangevraagd worden (gaat niet meer via de loonadministratie). Wij kunnen dit uiteraard ook voor u behandelen. Indien wij de aanvraag voor u moeten indienen ontvangen wij graag uiterlijk vrijdag 28 augustus 2020 de desbetreffende gegevens.

 Aanvraag subsidie:

  • studiejaar 2019 / 2020, na afloop van het studiejaar. Het schooljaar loopt van 1 augustus 2019 tot en met 31 juli 2020.
  • kan aangevraagd worden van 1 juli 2020 tot en met 16 september 2020
  • doormiddel van het digitale aanvraagformulier op de site van het RVO (aanvraag moet met eHerkenning, AABO heeft ook eHerkenning)
  • de beslissing is uiterlijk 15 december 2020 en de betaling volgt daarna binnen 2 weken.

Hebt u één van de onderstaande leerlingen in dienst dan kunt u aanspraak maken op deze subsidieregeling:

  • VMBO leerlingen die een leerwerktraject op de basisberoepsgerichte leerweg (3e en 4e jaars) volgen
  • MBO-leerlingen die de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen
  • Studenten die een technische Hbo-opleiding volgen (inclusief landbouw en natuurlijke omgeving), bestaande uit een combinatie van leren en werken.
  • Promovendi die tijdelijk zijn aangesteld of een arbeidsovereenkomst hebben bij een universiteit of een instituut van de KNAW of NWO

Werknemers van een privaatrechtelijke rechtspersoon of TNO die promotieonderzoek doen of een opleiding tot technologisch ontwerper volgen.

Let op: leerlingen die deelnemen aan de Beroeps Opleidende Leer­weg (BOL) (stagiaire) en EVC traject vallen niet onder deze regeling.

Voorwaarden voor de subsidie:

  • Alleen volledige onderwijsprogramma’s die recht geven op een erkend kwalificerend diploma op MBO of HBO niveau, dus geen deelcertificaten.
  • De opleiding moet geregistreerd staan in het Crebo of Croho register
  • De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn
  • Er moet een geldige praktijkleerovereenkomst zijn (POK)
  • MBO-BBL opleiding moet voldoen aan de 200 uren norm en 610 klokuren praktijkvorming
  • VMBO leerlingen: buitenschools praktijkgedeelte moet ten minste 640 en max. 1280 klokuren omvatten

Voorwaarden aanvraag van de subsidie, aanwezige administratie en bewijslast

  • Werkgever beschikt over een (praktijkleer)overeenkomst die door alle vereiste partijen is getekend.
  • Werkgever moet per deelnemer de administratie kunnen tonen, wanneer RVO hier om vraagt
  • Werkgever heeft een aanwezigheidsregistratie van de deelnemer bij de ber­oepspraktijkvorming. Dit kan bijvoorbeeld zijn een door de leermeester getekende urenstaat, een uitdraai uit het digitaal tijdschrijfsysteem, een presentielijst, een geldig arbeidscontract samengaand met een verzuimre­gistratie, zolang de praktijkvorming uren van de deelnemer ermee kunnen worden aangetoond
  • Een administratie waaruit blijkt hoe en welke kwalifica­ties/kwaliteiten met betrekking tot de beroepsvorming zijn behaald. Bijvoorbeeld een (BPV-)werkboek (origineel / kopie / scan) van de deelnemer en tussentijdse gespreks-, beoordeling- en evaluatieverslagen
  • Aantonen dat er daadwerkelijk begeleiding is geweest; door wie, welke begeleidingsactiviteiten en wanneer heeft de begeleiding plaatsgevonden waardoor de deelnemer zijn kwalificaties heeft behaald? Dit kan in de praktijkleerovereenkomst zijn afgesproken. De daadwerkelijke uren van de begeleider kunnen per week expliciet worden gemaakt door bijvoorbeeld een projecturen registratie

← terug